Dieter Troubleyn


Elk verhaal heeft een slecht personage nodig. In Beauty and the Beast evolueert Gaston van een vrolijke macho naar een snoodaard van jewelste. Dieter Troubleyn mag deze evolutie op het podium neerzetten. Musical Vibes sprak met hem na de première.

Ver van mijn eigen natuur

Hoe ging de première voor jou?

Het was geweldig. We hebben keihard gewerkt en de ontlading was heel groot. Het toffe aan theaterproducties is dat het er voor een première ‘boenk’ op moet zitten. Dus iedereen laadt zich nog extra op tot die 110 of 120%. Dat is gewoon fantastisch. Ik heb er van genoten en hoop het publiek ook.

beautygent2

Hoe moeilijk was het om alles technisch neer te zetten in die negen dagen in Flanders Expo?

Het was eigenlijk een ‘mission impossible’. Ik denk dat we het daar wel over eens kunnen zijn. Maar showbizz en theater is iets magisch. Disney nog eens te meer. Dat hebben we hier vandaag toch wel bewerkstelligd, denk ik.

Het grootse, weidse totaalspektakel is een meerwaarde voor de mensen die komen kijken

Wat is voor jou het leukste aan dit stuk?

Eigenlijk vind ik voor mezelf het leukste aan deze Beauty and the Beast, dat ik een rol mag spelen die heel ver van mijn eigen natuur ligt en dat ik daar ook in slaag! Ik kan dus alleen maar onze regisseur, Christophe Ameye, bedanken dat hij dat in mij heeft gezien. Ook het grootse, weidse totaalspektakel is een meerwaarde voor de mensen die komen kijken, denk ik. Op het grote podium is in elke hoek wel altijd iets te zien. Ik wil ook nog de mensen van het ballet in de spotlights zetten. Het is ongelooflijk hoe hard zij hebben gewerkt en wat ze allemaal brengen. Er is heel weinig geslapen de laatste dagen en niet van te feesten (lacht). Maar dat gaan we nu dus wel doen!

Er is heel weinig geslapen de laatste dagen en niet van te feesten!

Beschrijf de show eens in drie woorden?

Absoluut – komen – kijken!

dieter2

Beauty and the Beast speelt nog tot en met 30 december in Flanders Expo. Meer informatie en tickets vind je op www.beautyandthebeast.be.

Door Patrick Defort

Foto’s: Wendy de Noier