Freek Bartels

From Sammy With Love vertelt het verhaal van de topentertainer Sammy Davis Jr. door de ogen van multitalenten Stanley Burleson en Freek Bartels, die beide de rol van Sammy spelen. Wij spraken tijdens de perspresentatie met Freek Bartels. 

Twee mannen in een zwarte doos

Dianne: Sammy zei: “Mijn talent is het wapen, mijn kracht en mijn manier om te vechten. Het was de manier waarop ik denkwijzen zou kunnen beïnvloeden.” In hoeverre komt dit naar voren in de show?

Nou, dat zit eigenlijk wel doorheen de hele voorstelling verweven. Wat je heel erg merkt is dat hij tegen van alles moest opboksen en tegenaan schoppen, maar dat deed ie met wat hij zo goed kon. En dat was een artiest zijn. Hij zegt ook in het stuk op een gegeven moment: – hij trouwt met een Zweedse vrouw, Margret – “Als ik niet de bekende Sammy Davis Jr. zou zijn, dan had ik nooit met haar kunnen trouwen.” Dus hij heeft absoluut wel zijn bekendheid, gebruikt is misschien niet het goede woord, maar wel ingezet om te komen waar hij wilde.

 

Nadine: Waar zitten de overeenkomsten voor jou?

Die zitten er in het feit dat discriminatie in ruime zin wel een ding is. En wij zijn allebei afkomstig uit een gemixte familie, mijn moeder is Molukse en mijn vader Nederlands. Stanley’s moeder is Nederlands en zijn vader Surinaams. En daar hebben we ook dingen aan gevraagd. “Hoe was het voor hun?” en mijn grootouders “Wat hebben die meegemaakt?”. En je komt er ook wel achter dat discriminatie tegenwoordig, helaas, nog super actueel is. Zonder het heel erg in de strot te duwen, het is niet dat we een soort statement theater maken, maar we stippen dingen aan en laten het eigenlijk aan het publiek over te besluiten wat ze daarvan vinden en wat dat voor effect heeft. We hebben, tenminste als ik voor mezelf spreek, totaal niet een vergelijkbaar leven met wat Sammy allemaal heeft meegemaakt. Maar hij is wel iemand die ruim baan heeft gemaakt voor alle gekleurde mensen die daarna kwamen. Dus heel ver teruggedacht ben je daar dan ook nog een soort van gevolg van.

Het is niet dat we een soort statement theater maken, maar we stippen dingen aan en laten het eigenlijk aan het publiek over te besluiten wat ze daarvan vinden

Dianne: Hoe zijn jullie uiteindelijk bij de show terecht gekomen? Ben je aangesproken/gevraagd?

Stanley werd getipt door Hans Kik, die is destijds gaan kijken met Maurice Wijnen. En het verhaal gaat dat hij, dat heeft hij mij verteld, klinkt heel pocherig (lacht), dat ze na 10 minuten zoiets hadden van: “We moeten Freek vragen.” Want ze hadden nog niet in hun hoofd wie dan de andere jongen zou worden. We moesten allebei kunnen dansen, zingen en springen, maar ook het voordeel dat ik, uhm, een halfbloedje ben, speelde mee. En toen ben ik een tweede keer met hen meegegaan en dacht: “Ja, dit wil ik absoluut doen”. Omdat het ook – wat onze regisseuse ook al zei – het niet een heel makkelijk te beschrijven voorstelling is en ik vind dat wel interessant. En dan denk ik; maak mensen maar nieuwsgierig en laat ze maar komen. Het is een mix; we zingen, we dansen, we spelen, we vertellen zijn verhaal en daartussen verwoven zit ons verhaal. En die afwisseling is heel leuk. Je kijkt naar twee mannen die bij aanvang afspreken; als ik de hoed draag ben ik Sammy en als jij ‘m draagt ben jij het… en dan start het.

Je wordt ook wel als publiek getriggerd om mee te schakelen. Dat doen we naar mijn idee heel helder

Dianne: Het is inderdaad heel anders dan wat we eerder hebben gezien heb. Het maakt het heel dynamisch.

Ja, het is niet zo’n biografische musical van die rol en die rol en dan beginnen we bij A en eindigen bij Z. We springen in en uit, de hele tijd. Je wordt ook wel als publiek getriggerd om mee te schakelen. Dat doen we naar mijn idee heel helder. Die vorm vind ik ontzettend leuk.

Nadine: En heb je ooit al eerder in zo’n vorm mogen spelen?

Nee, het is de eerste keer, al heb ik wel concertjes gedaan als mezelf. Maar in deze vorm dingen over onszelf vertellen is anders. Natuurlijk is het getheatraliseerd, maar we vertellen wel dingen die ik niet eerder heb verteld, geen mega schokkende of zo (lacht). Maar ik ben ook achter dingen gekomen van mijn eigen familie die ik dus niet wist. Dus dat is heel interessant geweest.

Nadine: En door het vertellen van je eigen verhaal, ben je dan ook nerveuser om te gaan spelen straks voor publiek? Omdat je dan echt een deel van jezelf gaat laten zien.

We hebben een hoop try-outs en dat wordt ook wel het moment om te gaan voelen wat het doet met het publiek en hoe ze daar op gaan reageren. Want tot nu toe zijn we natuurlijk met ons eigen team in de studio geweest. Je weet dan niet of het effect heeft of het landt bij het publiek. Dus dat gaan we zien.

Natuurlijk is het getheatraliseerd, maar we vertellen wel persoonlijke dingen over onszelf die ik niet eerder heb verteld

Nadine: En wat was voor jou echt de doorslag om deze rol echt te gaan doen?

Eigenlijk die keer dat wij het stuk gingen zien. Ik had al wel beeldmateriaal gezien, toen dacht ik: “Oh het ziet er wel echt vet uit, gewoon twee mannen in een zwarte doos”. Dit is ook het decor (hij wijst op de stalen en houten onderdelen die om hem heen staan en waar hij op zit), er ontbreken nog een paar dingen, maar dit is het. Het wordt ook niet meer dan dat; vier muzikanten erbij, klaar. Het dynamische, dat vind ik er heel aantrekkelijk aan. En het is vrijer. Het is niet helemaal vastgezet. Met name in de stukjes die wij over onszelf vertellen, dat moet ook een beetje los zijn.

Nadine: Is er ook een deel geïmproviseerd of is het wel redelijk richting een script?

Nee, het is wel gevormd tot een script. Het kan dat een verhaal soms op een andere manier nog wordt aangepast, niet qua vorm, maar qua invulling. Dat moeten we nu gaan onderzoeken of het blijft wat het nu is of dat we daar nog aan moeten schaven.

De voorstelling is vanaf begin november te zien in het theater. Tickets & info via www.ntk.nl.

Door Dianne Roskam en Nadine Dijkstra

Foto’s: Tom Sebus