Rebecca
Michael Kunze en Sylvester Levay kennen we allemaal van hun illustere musicals Elisabeth en Mozart. Ze maakten echter nog enkele andere knappe werken, waaronder Rebecca. Deze musical, gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1938 van Daphne du Maurier. Voor het eerst is Rebecca te zien op Belgische bodem met het kwaliteitslabel van Festival Bruxellons! als keurmerk. Meer dan de moeite waard om een tripje naar het Karreveld te maken dus!
Manderley in Molenbeek
Rebecca neemt je mee naar het leven van “Ik”, een jonge gezelschapsdame van de rijke Amerikaanse Mrs. Van Hopper. Wanneer ze op vakantie zijn in Monte Carlo, kruist hun pad dat van Maxim De Winter, een steenrijke weduwnaar. Zijn echtgenote, Rebecca, verdronk na een nachtelijk uitje op haar boot in vreemde omstandigheden. “Ik” en Max vallen voor elkaar en hij neemt haar mee naar Manderley, zijn landgoed. “Ik” kan op een onderkoelde ontvangst rekenen door het hoofd van de huishouding, Mrs. Danvers. Zij rouwt nog steeds om Rebecca en gelooft dat die nog zal terugkeren. Ze doet er alles aan om “Ik” weg te krijgen.
Met deze Rebecca toont Bruxellons! eens te meer dat kwaliteit hun primaire doel is
De plot van deze musical is relatief basic. Een mysterie/thriller basis waar al snel maar één vraag overblijft: wat gebeurde er juist met Rebecca? Michael Kunze schreef twee jaar aan het script en het had gerust nog wat meer kleine hints, raadsels en oplossingen mogen bevatten. Sylvester Levay heeft daarna ook zo’n twee jaar over de muzikale score gedaan en dit resulteert in een heerlijk Germaanse compositie, volledig in lijn met Elisabeth, Mozart, Dans der Vampieren en co. Er zijn twee grote leidmotieven doorheen het werk, ze brengen een muzikale herkenbaarheid bij de personages.
Om dit werk overtuigend te brengen, heb je een oerdegelijke cast nodig. Jeremy Petit moet wachten tot Maxim De Winter tegen het einde toe mag ontdooien om zijn kwaliteiten helemaal te tonen. Tot dan is Maxim een stijve hark, in zichzelf gekeerd en weinig sympathie uitlokkend, wat Jeremy ook heel consequent neerzet. Vocaal vlekkeloos valt vooral de mooie harmonie met Laura Tardino (“Ik”) op. Hun stemmen blenden magisch met elkaar. Laura zet de spanningsboog die “Ik” doormaakt van onbezorgde, naïeve gezelschapsdame tot een Lady mooi neer. Marie-Aline Thomassin zet een geweldige Mrs. Van Hopper neer. Een echte ‘nouveau riche’ vrouw, die zich weinig aantrekt van etiquette als het over zichzelf gaat, maar anderen graag de les leest. Haar ‘I’m an American Woman’ is een feestje waar je graag de enkele minder stabiele noten van vergeet.
De ster van de avond is onmiskenbaar Liesbeth Roose. Ze zet een fantastische bitch neer als Mrs. Danvers
Damien Locqueneux is een prima rentmeester Frank Crawley, standvastig naast zijn baas/vriend. Raphaëlle Arnaud (Bee) en Mathias Fleurackers (Ben) zorgen voor de juiste toon, zowel verhaaltechnisch als vocaal. Laurent Kiefer heeft als Kolonel Julyan de kleinste bijrol, die hij voortreffelijk speelt, maar krijgt extra pluimen omwille van zijn kwaliteiten als ensemblelid. De sfeervolle choreo’s zijn niet allemaal even simpel en tussen het jonge, geweldige goede geweld doet hij naadloos mee.’..
Als Jack Favell valt Nathan Desnyder op door zijn naturel en flair. Hij is zijn personage in elk vezeltje van zijn lijf. Heerlijk onsympathiek maar toch fascinerend. Maar de ster van de avond is onmiskenbaar Liesbeth Roose. Ze zet een fantastische bitch neer als Mrs. Danvers. Bijna mystiek in haar onvoorwaardelijk geloof dat Rebecca er nog is, toont ze haar minachting voor “Ik” met de minste beweging. Met een onwaarschijnlijk sterke mimiek, kan ze een hele zin zeggen met een blik. Vocaal is er alle nodige nuance en de nodige kracht wanneer het moet. Manderley zou voor minder in rook opgaan…
De regie is in handen van Jack Cooper en Marina Pangos (die we hier al zagen als Elize Doolittle (My Fair Lady) en Anita (West Side Story). De uitdagingen op de binnenkoer van het Karreveld zijn telkens enorm voor de regie. Je hebt amper de mogelijkheid tot decorwissels, dus, naast je acteurs op de juiste lijn te houden, moet je zoeken naar de juiste oplossingen om door het op- en afdragen van rekwisieten geen stop & go gevoel te krijgen. Er is hier duidelijk heel, heel hard gewerkt aan deze scènewissels. Het ensemble verzet alles zo vlot en juist getimed, dat er nooit een dood moment ontstaat. Een ensemble dat ook excelleert in spel en zang, ze vormen de ruggengraat doorheen de hele musical.
Met de beperkingen van een openluchttheater, weten ze de lat telkens weer een stukje hoger te leggen
Het decor verandert dus nagenoeg niet. Maar het bevat genoeg deuren, trappen, hellingen om verschillende locaties te creëren, bijgestaan door de knappe belichting van Laurent Kaye. De kostuums kloppen bij de tijdsgeest en zijn staan niet ver van de gekende beelden van Rebecca. Het 18-koppige orkest onder leiding van Laure Campion mag knallen met deze vol klinkende muziek. En dat doen ze ook. Bijgestaan door een op de puntjes afgeregelde geluidsinstellingen is er hier constant een prima muzikale beleving zonder dat de verstaanbaarheid in het gedrang komt.
Met deze Rebecca toont Bruxellons! eens te meer dat kwaliteit hun primaire doel is. Met de beperkingen van een openluchttheater, weten ze de lat telkens weer een stukje hoger te leggen. Stap voor stap weten de grote musicalhuizen dat ze hun kindjes gerust voor de zomer in Brussel mogen laten logeren. Ga dit zien, er wordt in het Frans gespeeld, maar er is ondertiteling (aan de rechterkant van de scène). Dit is musical ten top.
Rebecca speelt nog tot en met 30 augustus in Kasteel Karreveld te Molenbeek. Meer informatie & tickets vind je op www.bruxellons.be.
Door Patrick Defort
Foto’s: Gregory Navarra