Man op Duivelseiland

Wat fijn dat er mensen zijn die hun talent, hun tijd en zo ook een stuk van hun leven ten dienste stellen aan een goede zaak. Die hoeft niet van levensbelang te zijn, maar gewoon een nieuwe musical schrijven bijvoorbeeld, omdat ze het niet goed meer kunnen aanzien dat er op elk niveau steeds weer dezelfde stukken in de theaters verschijnen. Zo komt de nog jonge Stichting Nieuw Theaterwerk op de proppen met een gloednieuw project dat Man op Duivelseiland heet. Door het gegeven “nieuwe musical” en gebaseerd zijnde op een sterk verhaal, krijgen we ruim voldoende kriebels om op een avondje naar Den Haag te rijden om bij de première te kunnen zijn. Het prachtige Theater Diligentia is de plaats van het gebeuren.

Meesterwerk qua script, muziek en arrangementen

Man op Duivelseiland speelt zich af eind 19de eeuw en is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Alfred Dreyfus, een Joodse officier bij de Franse generale staf, wordt beschuldigd van hoogverraad. Na een dubieuze en schijnbaar onrechtvaardige krijgsraad achter gesloten deuren wordt hij zijn rang afgenomen en veroordeeld tot levenslange verbanning naar Duivelseiland. Een jonge officier, Georges Picquart, die in de eerste instantie de orders van de generale staf uitvoert, voelt dat er iets niet klopt en ontrafelt langzaam maar zeker de waarheid. Ondanks het tegenwerk van zijn superieuren die er alles aan doen om de zaak in de doofpot te doen verdwijnen, wordt de zaak in 1899 onder politieke druk heropend. De Franse schrijver, Emile Zola, speelt hierin een belangrijke rol. Zijn beroemde open brief ‘J’accuse!’aan de Franse president was van cruciaal belang. Het verhaal is nog steeds actueel. Corruptie aan de top van een instelling en een klokkenluider die de waarheid blootlegt, daarmee alles van zichzelf op het spel zettend. Voeg hier nog een geheime liefde aan toe en alle ingrediënten zijn aanwezig voor een groots kostuumdrama waar het genre musical zich zo goed voor leent. 

We hebben goed nieuws, en we hebben minder goed nieuws. We wringen het minder goede ergens achter het overwegend goede nieuws, want we hebben het hier echt over een meesterwerk wat script, muziek en arrangementen betreft. Marco Neijenhuizen heeft wat ons betreft met Man op Duivelseiland een stuk geschreven waarvan we overtuigd zijn dat het gegarandeerd een klassieker wordt, en de arrangementen van Richard Fitzhugh zijn gewoon prachtig. Er bekruipt ons vrij snel een soort Les Misérables gevoel wat betreft sfeer, hoewel er geen enkele aanwijzing is dat de schrijvers daartoe de intentie hadden. De opmerking is vooral positief bedoeld en gaat over de sfeer en de tijdsgeest waarin het verhaal zich afspeelt, en van het Frankrijk met het typerend chauvinisme die het volk eigen is. De prachtige koorzang in de meeslepende melodieën versterken dat gevoel. En als de muziek dan ook nog door een twintigkoppig orkest wordt gebracht is dat vrij indrukwekkend.

De cast doet niet zomaar gewoon zijn best, maar is meer dan behoorlijk goed, niet tegenstaande we hier met liefhebbers en semi-professionele mensen te doen hebben. De passie en de liefde voor wat ze op scène zetten druipt ervan af. Doch zijn er in deze voorstelling enkele spijtige elementen die beletten ten volle in het stuk mee te gaan, en dat is zo jammer voor de cast die hier zijn zalige best staat te doen. We willen dan ook een vuist maken dat dit stuk en deze cast veel meer verdient, onder andere op technisch vlak. In de gegeven omstandigheden, het lanceren van een nieuw productie, kan gebrekkige techniek trouwens ernstige gevolgen hebben. Wat de mensen van het geluid en het licht bezielt is ons tijdens deze voorstelling een raadsel. Maar laat ons hopen dat ze zich op zijn minst realiseren dat ze zo niet enkel een voorstelling verknoeien, maar ook de reputatie van een productiehuis. Micro’s die telkens opnieuw veel te laat worden aangezet, of midden in een tekst of zanglijn uitvallen zijn zenuwtergend. En dat in moeilijk te zingen stukken die de cast toch heel fijn weet te brengen, ook al zijn er soms wat beperkingen in hun stembereik. De balans zit vaak niet goed en orkest overspeelt meer dan toevallig de zang.

Of het een budgettair probleem is of een andere reden, het lichtplan voldoet ook niet. Mensen die tekstlijnen brengen of een zangstuk waarin de mimiek een belangrijke bijdrage levert aan de inleving horen in het licht te staan. Vaak is het gevoel er dat er te weinig spots voorzien zijn en moet je zoeken wie aan het woord is omdat die in het donker staat. Zeker als er op verschillende hoogteniveaus wordt gespeeld. Tegenwoordig lijkt het ook een plaag om dat andersom te willen doen, maar een orkest is visueel ondergeschikt aan het spel op scène, ook al zijn het nog zo goed. Als we niet alleen een orkest willen horen, maar even graag willen zien, gaan we naar een concert. Bij een productie waarbij de acteurs hun spel moeten spelen net voor een twintigkoppig orkest die de pannen van het dak speelt is dat geweldig verwarrend, storend en is alle inleving weg. Dat euvel schuiven we op de schouders van de regie. Bij momenten mooie beelden, maar ook hier weinig gevoel voor detail. Mannen die met een glas bier staan te zwaaien al was het een milkshake zijn er niet op gewezen dat dit niet de bedoeling is, om maar één voorbeeld te geven. Trouwens, de na twee scènes voorspelbare piste die de acteurs gaan nemen om op of af scène te gaan doet weinig creativiteit vermoeden. Dit stuk en zijn créateurs verdienen beter. Laat het een uitdaging zijn voor de Nederlandse en Vlaamse productiehuizen om er de topproductie van te maken die ze waard is.

Door Jean Paul De Corte