Helena Nijs

Maar liefst vier studenten van de musicalafdeling van het Koninklijk Conservatorium van Brussel lopen stage bij de (Franstalige) productie van Sunset Boulevard te Brussel: Helena Nijs, Hélène Kamers, Milou van Mieghem en Niels Batens. Niet enkel wordt er van hen verwacht dat ze volledig meedraaien in een professionele musicalproductie, voor deze vier komt er nog bij kijken dat alles in Frans gebeurt. Maar dit schrikt hen niet af, in tegendeel! Musical Vibes sprak met Helena Nijs.

 Je elke avond amuseren

Hoe valt het mee om als stagiaire in een productie als Sunset Boulevard te staan?

Het valt heel goed mee! Het is heel leuk, we zitten hier in een hele warme, lieve groep. De musical heeft hele mooie muziek met verschillende stijlen. We worden heel goed ondersteund, zelfs met het Frans, want dat is soms wat moeilijk. Maar het is zeker een heel tof avontuur!

Wat is voor jou het moeilijkste?

Dat alles ineens bij elkaar komt. We hebben een drukke periode op het Conservatorium achter de rug, de combinatie was toen heel lastig. Zeker toen de examens daar waren, er waren nog enkele lessen en dan de repetities voor Sunset Boulevard. Dat was een beetje overweldigend. We zijn hier echter altijd goed onthaald en geholpen geweest. Het feit dat je omringd wordt door professionalisme en dat er eigenlijk verwacht wordt dat je weet wat jij moet doen, dat is aanpassen geweest. Zo’n twee weken was het echt uitvissen wat ik mocht doen, wat niet. Ik heb me toen gesmeten en dat was blijkbaar een goede instelling.

Elke avond je amuseren met een groep toffe mensen, dat is toch geen opoffering?

Is dat de belangrijkste les voor jou hier?

Ja, het is altijd goed om los te gaan en achteraf iets te doen met de opmerkingen. Je bent wel nog altijd vrij binnen bepaalde grenzen. Er wordt natuurlijk gezegd wat je moet doen en waar je je aan moet houden, maar soms kan en mag je echt wel zelf iets tonen en dan wordt daaruit verder gewerkt. Op school hebben de mensen sowieso een idee van wat ze willen en daar heb je een langere voorbereidingstijd dan hier. Ik vind dat we ondanks die korte tijd echt nog altijd zelf mogen gaan. Wat je ook doet, ze zullen je wel zeggen als het niet goed is, maar het is nog altijd veilig om jezelf te geven.

Het is een leuke stageplaats, maar je moet er wel je vakantie voor opofferen?

Het is absoluut een leuke stage! Ik zie het niet echt als opofferen. Ik heb hier ondertussen allemaal vrienden gemaakt en ik mag hier met die mensen doen wat ik graag doe. Elke avond je amuseren met een groep toffe mensen, dat is toch geen opoffering? Het is hier echt al een familietje geworden dus het is echt wel een goede besteding van mijn vakantie. Ik ben echt heel blij dat ik dit mag doen.

Waar moeten al jouw supporters naar zoeken wanneer ze komen kijken?

Ik sta in het ensemble en ik ben Anita, de assistente van Sheldrake (Floris Devooght). Ik ben soms een kwaaie tante, maar ik ben ook lief! Ik doe alles voor iedereen maar met mate. Tijdens de ensemblenummers ben ik altijd aanwezig. Ik ben ook de astrologe van Norma Desmond (Anne Mie Van Gils), dat is ook een leuk rolletje. Dan draag ik een heel lange mantel en val ik heel hard op, maar dat is goed! (lacht). Als je de harde tante vindt in het ensemble, een beetje de bitch, dan ben ik dat meestal.

Het is altijd goed om los te gaan en achteraf iets te doen met de opmerkingen. Je bent wel nog altijd vrij binnen bepaalde grenzen

Wat is voor jou het mooiste moment in de musical?

Daar had ik zelf nog niet over nagedacht. Dat is waarschijnlijk het moment dat Norma de studio binnenkomt en haar nummer zingt tussen al het personeel. Er komen bij haar allerlei herinneringen naar boven en ze voelt dat ze terug leeft. Dat moment is magisch. We staan dan ook op scène en we beleven het echt samen met Anne Mie. Als je me dan ziet lachen op het podium, is omdat ik het echt zo voel dan. Ik krijg dan altijd rillingen. Een fantastisch moment!

Sunset Boulevard speelt vanaf 9 juli tot en met 31 augustus in Brussel. Meer informatie & tickets vind je op www.bruxellons.be.

Door Patrick Defort

Foto’s: Patrick Defort