Jan Schepens

Wanneer je Rubens de Musical maakt, heb je natuurlijk een Rubens nodig. In de creatie van Historalia die deze zomer in Westerlo speelt, heeft Jan Schepens zijn beste schildersezel en -borstels mogen bovenhalen. Musical Vibes sprak met hem.

Het is een werkproces

Wat sta je hier te schilderen?

Ja, dat is een goede vraag! Ik sta hier van alles te schilderen namelijk! Het is een rollercoaster, kan je gerust zeggen. Dat was natuurlijk wel te verwachten, want het leven van Rubens was best wel goedgevuld. Zo’n biografische musical kan snel heel erg saai zijn, maar ik denk en hoop dat dit hier niet het geval is. Rubens heeft in alle geval heel veel meegemaakt. Hij heeft veel mensen verloren, heeft soms foute keuzes gemaakt in zijn leven en heeft heel erg gewroet met zijn artiest-zijn. Hij was heel onzeker en voelde zich dikwijls heel erg onbelangrijk. Maar ook met de werk-privé balans heeft hij enorm geworsteld. Kortom allemaal heel universele zaken en dat maakt het tof om het te mogen laten zien en te spelen.

Is het een grote uitdaging geworden?

Ja, het is een hele grote uitdaging. Omdat het een heel kort proces is. Wij creëren hier iets, iets dat nog nooit is gemaakt, nergens ter wereld. We doen dat op drie weken. Als je hier rondkijkt, dat is waanzin hé. De Prins heeft volgens mij toch ergens connecties bij de goden en zeker bij de weergoden. We zijn nog steeds teksten aan het herschrijven, dat alleen is op zich al spannend, omdat je voelt dat alles stilaan klaar moet zijn. Het is best scary als je nu nog teksten moet aanpassen.

Wij creëren hier iets, iets dat nog nooit is gemaakt, nergens ter wereld

Heb je daar zelf wat input in?

Ja, superveel. Dat is heel leuk natuurlijk. We hebben input in heel veel dingen, ook in het script. Daar hebben we nog best wel wat veranderd, scènes laten samensmelten tot een enkele omdat dat beter werkt, overgangen die niet werken aangepast, underscores gekozen met Sam Gevers. Ik denk dat Sam de beste levende componist is waar ik al mee gewerkt heb. Over smaken kan je natuurlijk niet discuteren, maar ik hou heel erg van zijn poppy muziek. Dat past heel erg bij mij ook, dat is wel leuk.

Je werkt hier met een enorm groot speelveld, hoe valt dat mee?

Ik ben natuurlijk al wat gewoon. Op de Donk heb ik al iets gelijkaardig gedaan dus ik wist al wel een beetje waar ik me aan kon verwachten. De afstanden zijn enorm, ik heb een stappenteller en die feliciteert me elke dag weer met wat ik gedaan heb. Op zich is het leuk, maar ook weer geflipt. Wat ik vooral ongelooflijk knap vind, zijn al die vrijwilligers die hier meewerken. Ze staan hier ook toch maar elke dag te zweten in die schroeiende zon en ze geven altijd het beste van zichzelf. Ik vind dat heel mooi om te zien. Ze helpen elkaar ook zeer veel. Prachtig!

Ik probeer wel die balans te vinden tussen eerlijk spelen en het toch groot maken

Wat is voor jou het moeilijkste hier?

Het moeilijkste aan zo’n productie is dat ik als ouder wordende acteur eigenlijk meer en meer begin te houden van echte emoties, van echt acteren, diepgang en intieme scènes te spelen in een klein theater. Dan is dat natuurlijk het tegenovergestelde van wat ik hier doe! Hier moet je echt heel groot spelen, ik doe dat ook graag hoor, je moet me niet verkeerd verstaan, maar ik neig de laatste jaren wat meer naar kleinere producties. Dat kan je hier niet echt ten toon spreiden, hier moet je het groter maken. Ik probeer die balans wel te vinden tussen eerlijk spelen en het toch groot maken. Misschien gaat dat goed lukken, misschien gaat het niet lukken, dat zullen we nog wel zien, het is een werkproces zoals Rubens zelf ook zegt.

Wat vind je het mooiste?

Elke avond rij ik naar huis en geniet ik van de avondlucht. Ik vind dat een van de zaligste dingen die er zijn. Ik moet altijd aan Clouseau denken met hun ‘Zwoele zomeravond’. Ik hou daar heel veel van. Dus dat is wat mij betreft het mooiste van heel dit avontuur!

Rubens is vanaf 17 augustus te zien aan kasteel de Merode in Westerlo. Meer informatie en tickets vind je op www.historalia.be.

Door Patrick defort

Foto’s: Wendy de Noier